Wat doet corona met voedsel van dichtbij? Waar liggen kansen? Hoe kijken we naar de toekomst? Wat is nodig om de toegenomen belangstelling voor lokaal voedsel vast te houden en te versterken? Wie moet wat doen? Bekijk onze bijeenkomst Voedsel van dichtbij, op 24 juni via livestream gevolgd door ruim 160 deelnemers, die enthousiast meedachten via de chat.
De coronacrisis heeft aan voedsel van dichtbij vooral een positieve impuls gegeven. De beweging van onderop leeft als nooit tevoren. Door acties als #SupportYourLocals zijn nieuwe doelgroepen aangeboord. Om deze groei te borgen, zouden de spontane initiatieven zich moeten weten te verbinden met bestaande korte keten bedrijven die al efficiënt werken en logistieke oplossingen bieden. Een korte keten steunpunt in Nederland zou daarin een rol kunnen spelen. Evenals gemeenten die de bereidheid hebben de juiste partners te verbinden en de krachten te bundelen.
De korte keten bleek veerkrachtig en sociaal; met hogere omzetten, een stijgend aantal deelnemers aan zelfoogsttuinen en coöperaties, en initiatieven die verse producten of maaltijden leverden voor mensen die in armoede leven. ,,Het is nu het momentum om de aandacht te consolideren. Zoek samenwerking op, zodat je naast bijvoorbeeld een webwinkel ook een boodschappenservice kunt aanbieden. Dat maakt je minder afhankelijk van één doelgroep en door samenwerking bereik je een kritische massa”, aldus korte ketenonderzoeker Jan-Willem van der Schans (WUR Economic Research). Sandra Ronde van De Streekboer in Drachten: ,,Samenwerken is moeilijk, maar in de coronacrisis werd het noodzakelijk om aan de vraag te kunnen voldoen en zijn we gaan samenwerken in coöperatief verband. En het is in het systeem gekomen van mensen om op een andere manier boodschappen te doen.”
Steunpunt Korte Keten
Helder werd ook dat Nederland hierin veel te leren heeft van Vlaamse voedselraden, ondernemers en overheden. Vlaanderen kent het Steunpunt Korte Keten. Dit ondersteunt land- en tuinbouwers en nieuwe boeren bij hun korte ketenaanpak. En overlegt met lokale bestuurders over hun aandeel in het opschalen en bekendmaken van de korte keten bij hun inwoners. De VVSG (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten) zet in op een aanpak waarbij voedsel verbonden wordt met verschillende lokale beleidsdomeinen zoals gezondheid, economie, sociaal en planologie.
Uitwisseling
,,Het is noodzakelijk dat politieke bestuurders zich meer verdiepen in wat voedsel van dichtbij voor gemeenten kan betekenen”, stelt Jean Eigeman, voorzitter van het kennisplatform Stadslandbouw Nederland. Daar zijn goede voorbeelden in Nederland en Vlaanderen en wereldwijd. ,,De coronacrisis biedt kansen. Zorg dat de uitwisseling op gang komt. Faciliteer stadslandbouw en de korte keten: met inkopen, zichtbaarheid, logistiek en grond, door mensen met een lastige positie op de arbeidsmarkt hierin een kans geven. Gemeenten kunnen dat.”
Video’s uit Nederland en Vlaanderen
Op afstand was Kester Scholten van stadsboerderij Caetshage in Culemborg aanwezig. En vanuit Vlaanderen waren er inspirerende en leerzame bijdragen van Lieta Goethijn van Gent en Garde, Kathy Belpaeme van Foodshift uit Oostende, Anne Detelder van Steunpunt Korte Keten uit Vlaanderen en Steven Desair, lokale voedselstrategieën VVSG. Sem Roefs van Mijn Stadstuin uit Amsterdam deelde ook zijn ervaring over ondernemen in coronatijden.
Komende zomer werken we in drie deelsessies (de rol van de overheid, sociale context en nieuwe verdienmodellen/grond) verder naar programma voor een landelijke (hopelijk fysieke) bijeenkomst op locatie. Deze is gericht op het zetten van stappen van stadslandbouw naar korte keten en wat daarvoor nodig is. En om oog te houden voor de andere waarden en mogelijkheden die stadslandbouw biedt voor de ontwikkeling van stad en ommelanden. In Vlaanderen wordt dat genoemd de transversale aanpak: door alle beleidsterreinen heen.
Deze online bijeenkomst van Stadslandbouw Nederland is mede-geprogrammeerd door Sandra van Kampen (De Schaal van Kampen) en Youetta Visser (De Yfactor), ondersteund door en in samenwerking met programma DuurzaamDoor (RVO) en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).