Voedsel van dichtbij maakt ons voedselsysteem duurzamer en onze inwoners potentieel gezonder. Hiermee begint het artikel in de DuurzaamDoor-special van Publiek Denken, een netwerkplatform voor professionals in de publieke sector.
Daken vol bloeiende gewassen, volkstuintjes met seizoensgroenten en balkonnetjes vol met planten en kruiden: stadslandbouw zit in de lift. Dat is een goede zaak, zegt René Bruijns, secretaris Participatietafel Voedseltransitie bij DuurzaamDoor. ‘Voedsel van dichtbij kan duurzamer zijn, versterkt de sociale cohesie, is klimaatadaptief. Uitholling van bodem en aarde moeten we niet meer willen en kunnen we deels verhelpen door lokaal te produceren en te consumeren. We gaan terug naar ons eigen eten.’
Meer dan voedsel telen
DuurzaamDoor werkt nauw samen met Stadslandbouw Nederland om een landelijke aanpak te helpen ontwikkelen voor voedsel van dichtbij. René zag dat alle verschillende voedselinitiatieven in gemeenten nog wat verspreid waren. ‘Wij ondersteunden hen met kennissessies, maar dat vond ik uiteindelijk te beperkt. Om ook onderwijs en onderzoek beter te betrekken, is de tijd rijp voor een nationaal programma.’
Jean Eigeman is voorzitter van Stadslandbouw Nederland. Met het nationale programma wil hij het gat tussen burger en landbouw kleiner maken. ‘Waar komt je eten vandaan, wat kun je ermee doen en wat doet het met je gezondheid? Veel mensen in de stad weten daar niet voldoende over.’ Stadslandbouw gaat ook volgens Jean om meer dan alleen het telen van voedsel: het kan de omgevingskwaliteit verbeteren en de stad leefbaarder maken.
Lees verder