Nederland kent zo’n 480 voedselgemeenschappen: voedselcollectieven van mensen die samen inkopen, gemeenschapstuinen, Herenboeren, CSA’s, coöperatieve winkels en markten en initiatieven als ‘Fietsen voor mijn eten’. Het aantal groeit snel, het enthousiasme is groot, zo blijkt uit een inventarisatie en verkennend onderzoek dat Sandra van Kampen deed in het najaar van 2020. Maar hoe kunnen zij beter samenwerken en hoe en waar vinden zij voldoende ondersteuning om goed te blijven draaien? En wat is hun bijdrage aan de voedseltransitie?
Daarover gingen we in gesprek met
• Jean Eigeman, voorzitter van het kennisplatform Stadslandbouw Nederland.
• Prof.dr. Tine de Moor, hoogleraar Social Enterprise and Institutions for Collective Action aan de Rotterdam School of Management, Erasmus University Rotterdam.
• Sandra van Kampen van De Schaal van Kampen, onderzoeker voedselgemeenschappen. Lees haar recente onderzoek.
• En organisaties uit Nederland en Vlaanderen over het realiseren van ondersteuning voor deze beweging.
Onder leiding van moderator Youetta Visser.
Heb je onze webinar gemist? Of wil je nog eens terugkijken? Dat kan natuurlijk! Delen mag ook.
Lees ook een korte samenvatting
Prof.dr. Tine de Moor doet al jaren onderzoek naar de rol van organisaties voor ‘collectieve actie’ in heden en verleden. Wat kunnen wij leren van het verleden over de ontwikkelingen nu? Tine de Moor nam ons mee in op het huidige groeiend aantal coöperaties op uiteenlopende vlakken, van Broodfondsen, energie-, zorg- en voedselcoöperaties. Een nieuwe golf van commons als correctiemechanisme van de economische en maatschappelijke situatie. Zij vertelde wat commons – een geïnstitutionaliseerde vorm van collectieve actie – veerkrachtig maakt en welke elementen belangrijk zijn voor de levensduur, waaronder praktische tips voor een krachtiger collectief.
Netwerkstrategie als opschaalmodel
Verder ging ze in op de noodzakelijkheid van het opschalen van de voedselcoöperaties. Moet je dat wel doen? Zij signaleert in plaats van opschaling een netwerkstrategie, waarbij alle verschillende lokale initiatieven in en door het netwerk worden ondersteund. ,,Rond voedselinitiatieven ontbreekt zo’n landelijk dekkend netwerk nog en dat maakt kwetsbaar’’, constateert ze. Ze ziet ook voor voedsel kansen in de platformeconomie en in multi-stakeholdercoöperaties met consumenten/verbruikers en producenten.
‘Het is één grote bewustwordingscampagne’
Sandra van Kampen gaf als belangrijkste boodschap: blijf kijken naar het geheel van de beweging. ,,Het is één grote bewustwordingscampagne.’’ Ze noemt het effect en de impact op de maatschappij ervan onverwacht. Ook bieden ze nieuwe verdienmodellen. ,,We moeten het kleine eren en zien als wegbereiders van een nieuw tijd. Ze doen het gewoon. Voedselgemeenschappen zijn geen hobby. Deze beweging draagt op heel veel punten bij aan de opgaven van de overheid en aan de voedseltransitie.” Lokale en regionale overheden kunnen de beweging volgens haar ondersteunen; in kennisdeling, netwerkvorming, zichtbaarheid, grond verpachten.
Jean Eigeman gaf aan dat de bestaande landelijke en regionale netwerken zoeken naar een overkoepelende samenwerking voor ondersteuning oa via buddy’s, om praktische vaardigheden, kennis en ervaring te ontsluiten, makkelijker toegang tot fondsen en grond te realiseren en de beweging nog beter zichtbaar te maken en meer impact te bereiken.
Contact met het kennisplatform? Mail naar info@stadslandbouwnederland.nl